Tetraëders versperringsdriehoeken

De Tetraëders stonden tijdens de 2^e wereldoorlog met duizenden als versperring op het strand over de gehele kustlijn van Nederland. Tetraëder betekend viervlak. Als je goed kijkt bestaat de piramide namelijk uit vier vlakken. In oorlogstijd zijn deze speciaal door de Duitsers ontwikkeld en samengesteld uit zes betonnen balken van ieder 120 kilo. Het was een sterke constructie en bedoelt om landings-vaartuigen, pantservoertuigen vanaf de Noordzee en vliegtuigen van de te verwachten geallieerden op het strand tegen te houden. Soms werd op de top van de Tetraëder- versperring een mijn geplaatst. De Duitsers maakten zo de verdedigingslinie langs de kust van Europa als onderdeel van de Atlantikwall.

Deze Tetraëders stonden op het strand ter hoogte van de laagwaterlijn. Bij hoogwater verdwenen ze volledig onder water  uit het zicht van de naderende vijand. De Duitsers gingen er in de 2^ewereldoorlog vanuit dat er een geallieerde invasie zou plaats vinden bij hoogwater. Op dat moment is de afstand van de zee tot de veilige duinenrij, voor de geallieerden, zo kort mogelijk. Maar wat de Duitsers niet hadden verwacht gebeurde op 6 juni 1944, D-Day, de soldaten landen bij laagwater. De geallieerden wisten namelijk dat ze door al deze versperringen geen schijn van kans zouden maken en kozen voor de minst slechte optie.

Na de bevrijding werden de tetraëders van elkaar losgeschroefd en als afzonderlijke delen hergebruikt voor het aanbrengen van een afrastering. Je vindt ze nu nog steeds her en der terug in het veld.